Verwijs vrouwen met een zwangerschapswens en congenitaal of verworven hartaandoening door naar de cardioloog. Een optimale controle van de hartaandoening en de behandeling is nodig alvorens zwanger te worden. Bij een congenitale hartaandoening verwijs tevens door naar een medisch geneticus voor preconceptionele genetische counseling.
Het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd met congenitale (bijvoorbeeld atriumseptumdefect) of verworven hartafwijkingen (bijvoorbeeld cardiomyopathie) neemt toe. Reeds voor een (eventuele) zwangerschap moeten deze vrouwen goed voorgelicht worden over de mogelijke risico’s (Domus Medica).
Perinatale complicaties
Sommige congenitale hartafwijkingen van één van de ouders kunnen een verhoogd risico op een hartafwijking bij het kind geven. De oorzaak van de meeste (ongeveer 85%) aangeboren hartafwijkingen is multifactorieel. Een klinisch geneticus kan paren informatie geven over herhalingsrisico’s. De meest voorkomende congenitale hartafwijking is een geïsoleerd ventrikelseptumdefect (VSD). De herhalingskans van een kind geboren uit een moeder met VSD is ongeveer 10%; wanneer de vader een VSD heeft, is de herhalingskans ongeveer 2 tot 3% (NHG).
Tijdens de zwangerschap worden de risico’s voor de moeder met een aangeboren hartafwijking bepaald door de kans op ritmestoornissen en hartfalen. De cardiac output stijgt in de zwangerschap met 30 tot 50%. Reeds vanaf het eerste trimester van de zwangerschap vindt deze toename plaats (NHG).
Behandeling
Verwijs preconceptioneel door naar de cardioloog om een inschatting te maken of de hartaandoening en de behandeling belangrijke complicaties kan geven bij zwangerschap (NHG). De cardioloog en gynaecoloog moeten samen het risico bepalen. Voor veel vrouwen is een zwangerschap mogelijk mits goede begeleiding; voor enkelen betekent een zwangerschap een (te) groot risico (Domus Medica). De arts let bij medicatiegebruik op teratogeniciteit (NHG).