Plantaardige oliën zijn rijk aan onverzadigde vetzuren en de belangrijkste bron van vitamine E. Ze zijn beter voor de gezondheid en genieten daarom de voorkeur omdat ze hart- en vaatziekten helpen voorkomen. Voorbeelden zijn koolzaad- mais- en olijfolie. Dit geldt ook voor vloeibare en zacht minarines (smeervet) en margarines (vetstof voor bakken en braden). Deze worden naast vitamine E verrijkt met vitamine A en D.
Boter en andere vetstoffen rijk aan verzadigde vetzuren (zoals palm- en kokosolie) staan in de oranje zone. Deze jagen je cholesterol (LDL) de hoogte in en verhogen daarom het risico op hart- en vaatziekten.
Het is aan te raden om de vetten uit de oranje zone zoveel mogelijk te vervangen door olie of vetstoffen uit de donkergroene zone.
Welke oliën en vetten kies je best voor het koken en smeren?
- maïsolie
- koolzaadolie
- notenolie
- minarine
- druivenpitolie
- zonnebloemolie
- arachideolie
- olijfolie
- saffloerolie
- sesamolie
- sojaolie
- walnootolie
- als frituurolie kies je best een mix van plantaardige oliën
- zachte bak- en braadvetten (verpakt in een vlootje of vloeibaar) krijgen de voorkeur
- zachte margarine (smeerbaar bij kamertemperatuur)
De vetten die je best beperkt vind je in de oranje zone (zie verder).
Hoeveel mag je ervan gebruiken?
Overdrijven met vetstof is geen goed idee maar het is onmisbaar in de keuken.
- Gebruik één mespunt vetstof per snede brood
- Bij het bereiden van maaltijden volstaat één eetlepel vetstof ( koolzaad-, olijf,- zonnebloem- en maïsolie).
Je kan ook omega-3 rijke oliën zoals lijnzaad-, noten- of koolzaadolie (wel enkel in koude bereidingen) gebruiken in afwisseling met olijfolie.
Voor meer informatie over oliën en vetten en hun plaats in een gezonde voeding, surf naar: Oliën en vetten | Gezond Leven