In 1683 door Van Leeuwenhoek ontdekte micro-organismen ter grootte van 0,1-10 micrometer, eencellig, zonder kern, meestel zonder chlorofyl, zich ongeslachtelijk door dwarse deling voortplantend.
Infectieuze biologische eenheid zonder celstructuur, zonder enzymen, niet in staat zelfstandig te leven, kan zich alleen in cellen handhaven en vermenigvuldigen. Ze bevatten hetzij RNA, hetzij DNA, nooit beide tegelijk. Buiten de gastheer verkeert een virus in een rustfase (virion). Er zijn dier-, bacterie-, en plantenvrussen. De voor de mens pathogene virussen zijn in een aantal groepen te onderscheiden: RNA- (picorna-, reo-, arbo-, myxo-, myxo-achtig en rabies-virus) en DNA-virussen (adeno-, herpes-, picodna-, pokkenvirus) en enkele niet geclassificeerde, tenslotte tumorvirussen en bacteriofagen.