De meeste vrouwen hebben vanaf de puberteit tot hun menopauze ongeveer iedere 4 weken hun maandstonden. Er zijn grote variaties in de lengte van de menstruele cyclus, het aantal dagen dat men bloedt, de hevigheid van de bloeding en de ervaren klachten tijdens de maandstonden.
Lengte en duur van de menstruele cyclus
De menstruele cyclus start bij de eerste dag van de maandstonden en eindigt op de dag voor de volgende maandstonden. Een normale menstruele cyclus duurt tussen 21 en 35 dagen en kan regelmatig of onregelmatig zijn. Bij een erg onregelmatige cyclus kan een zwangerschap langer op zich laten wachten. Indien dit het geval is, raadpleeg je best een arts. Ook als je cyclus korter duurt dan 21 dagen of langer dan 35 dagen, maak je best eens een afspraak bij de huisarts of gynaecoloog.
Tijdens de menstruele cyclus maakt de baarmoeder zich (onder invloed van hormonen) klaar om eventueel een bevruchte eicel te laten innestelen. Na de eisprong verandert de structuur van het weefsel in de baarmoeder. Als er geen bevruchting heeft plaats gevonden, gaat dit weefsel uiteindelijk afbrokkelen ten gevolge van hormonale veranderingen en wordt dit afgescheiden onder de vorm van maandstonden. De maandstonden duren normaal gezien 3 tot 7 dagen.
De verschillende fasen van de menstruele cyclus
Bij een menstruele cyclus van 28-29 dagen duurt het eerste deel, de folliculaire fase genoemd, gemiddeld 17 dagen. Lange tijd werd aangenomen dat deze eerste fase gemiddeld 14 dagen duurt, maar door recent onderzoek werd deze aanname bijgesteld. In deze fase groeien verschillende blaasjes met eicellen in de eierstokken. Deze blaasjes worden follikels genoemd. Normaal gezien zal slechts één follikel volledig uitrijpen per cyclus. Uitgaand van deze follikel vindt de eisprong plaats, gemiddeld dus op dag 17 van de menstruele cyclus.
De ovulatie of eisprong: er werd lang aangenomen dat de eisprong telkens 14 dagen voor de volgende menstruatie plaats vond, maar nu weten we dat het tweede deel van de cyclus, “luteale fase” genoemd, gemiddeld ongeveer 12.5 dagen duurt. Ook hier is er sprake van variatie in de duur van deze fase. Vrouwen met een kortere cyclus (21 – 27 dagen) krijgen hun eisprong eerder (vanaf dag 10), vrouwen met een langere cyclus (29 – 35 dagen) krijgen hun eisprong later dan gemiddeld, te rekenen vanaf de eerste dag van de menstruele cyclus. De rijpe eicel die bij de eisprong vrij komt, wordt opgevangen door de eileiders. Als er in die periode geslachtsgemeenschap is en er dus zaadcellen beschikbaar zijn, en wanneer de eileiders normaal doorgankelijk zijn, kan de bevruchting plaats vinden in de eileiders. De bevruchte eicel doet er vervolgens enkele dagen over om de baarmoeder te bereiken en de implantatie in de baarmoeder gebeurt ongeveer een week na de eisprong.
Tijdens de luteale fase zal de baarmoeder zich klaar maken om eventueel een bevruchte eicel te ontvangen (embryo). Als er zich een embryo innestelt, dan zullen de maandstonden uitblijven.
De eisprong is het moment waarop een eicel vrij komt uit de eierstokken (ovaria). Als je het moment van jouw eisprong wilt berekenen, dan kun je een aantal maanden bijhouden wanneer jouw maandstonden starten. De eerste dag van jouw maandstonden is de eerste dag van jouw menstruele cyclus. Bestaat jouw cyclus altijd uit een gelijk aantal dagen, dan heb je een regelmatige cyclus en kun je gemakkelijker de dag van jouw eisprong berekenen. De eisprong gebeurt gemiddeld iets minder dan twee weken voor jouw volgende menstruatie zal starten.
Merk je bijvoorbeeld dat jouw cyclus (telkens gerekend vanaf de eerste dag van de maandstonden) telkens 29 dagen duurt, dan mag je jouw eisprong verwachten rond de 17de dag na de start van jouw maandstonden en ben je dus het meest vruchtbaar vanaf de 14de dag na de start van de maandstonden tot de 16de dag na de start van de maandstonden.
Als je geen regelmatige menstruele cyclus hebt, is het moeilijker om te berekenen wanneer je jouw eisprong mag verwachten. Gezien een normale cyclus tussen 21 en 35 dagen duurt, is er een grote kans dat jouw vruchtbare dagen tussen dag 9 en dag 20 van jouw cyclus vallen. Als je in deze periode om de twee tot drie dagen seksuele betrekking hebt, maak je meer kans op een zwangerschap.
Neem contact op met een arts als jouw cyclus korter dan 25 dagen of langer dan 35 dagen duurt. Voor vrouwen die regelmatig menstrueren wordt aangeraden om zich niet te hard te focussen op de vruchtbare periode, maar om een aantal keer per week seksuele betrekkingen te hebben. Anderzijds kun je jouw vruchtbare periode ook herkennen aan de aard van de vaginale afscheiding. Rond de tijd van de eisprong heb je wat meer vaginale afscheiding en is dit slijmerig vocht ook wat helderder, gladder en rekbaarder. Deze vaginale afscheiding is trouwens ook toegankelijker voor zaadcellen en sommige vrouwen hebben ook meer zin om te vrijen in hun vruchtbare periode.
Je kunt ook een ovulatietest gebruiken om jouw vruchtbare periode te leren kennen. Met een ovulatietest kun je meten wanneer bepaalde hormonen stijgen aan de hand van een urinestaal. De meeste tests geven aan wanneer het luteïniserend hormoon (LH) begint te stijgen. Gezien dit hormoon slechts één tot twee dagen voor de eisprong begint te stijgen, kun je vruchtbare dagen missen met deze tests. Er zijn nu nieuwe tests die ook het oestrogeengehalte meten, waardoor er minder vruchtbare dagen gemist worden. Over het algemeen zijn alle ovulatietests vrij duur en als je te vroeg begint met meten, gebruik je vaak nodeloos enkele tests. Het gebruik van ovulatietests is niet nuttig voor vrouwen met een cycluslengte van meer dan 35 dagen.
Gezien de temperatuur lichtjes stijgt na de ovulatie, wordt soms aangeraden om de temperatuur dagelijks bij te houden om de vruchtbare periode te herkennen. De methode is echter omslachtig en zal enkel aangeven wanneer de vruchtbare periode voorbij is. Bovendien kan jouw lichaamstemperatuur ook door andere factoren beïnvloed worden.
De vruchtbare periode
Tijdens de menstruele cyclus zijn de meeste vrouwen enkele dagen vruchtbaar. Je hebt een grotere kans op een zwangerschap als je seksuele betrekking hebt in deze periode. Na de eisprong overleeft de eicel nog 24u. De vruchtbare periode van een cyclus eindigt dus 24u na de eisprong, gezien de eicel na deze periode niet meer bruikbaar is. De zaadcel daarentegen kan wel tot 5 dagen overleven in het vrouwelijk lichaam. Over het algemeen is de kans op zwangerschap het hoogst als men seksuele betrekkingen heeft in de drie dagen voor de eisprong.
Er zijn heel veel individuele verschillen en zelfs met een regelmatige cyclus is het moeilijk om de exacte vruchtbare periode te voorspellen.
Als je normaal vruchtbaar bent, heb je op jonge leeftijd (tot de leeftijd van 35 jaar) ongeveer 90% kans om zwanger te worden binnen het jaar als je regelmatig seksuele betrekking hebt rond het midden van de cyclus. Zelfs bij vruchtbare koppels kan het dus iets langer dan een jaar duren om zwanger te worden.
Klik hier om terug te gaan naar ‘Hoe word je vlot zwanger?’